Monoloog van een dronkaard, kluchtige tijdschets door Cornelis Krul (ca. 1540), hertaald door (c) Nico Roelandse (febr.2007)
In de oude Nederlandse literatuur zijn monologen schaars.
Toenmalig bestuurslid/acteur † Nico Roelandse leek het een leuke uitdaging dit stuk te hertalen en op te voeren. Deze monoloog is niet zozeer een klucht als meer een komisch kritische zedenschets van die tijd. De dronkaard gaat al struikelend naar de ‘hemel’ en ziet onderweg op de aarde neerkijkend allerlei misstanden die hij -ondanks zijn dronkenschap- vlijmscherp weet te becommentariëren. Onder de foto’s is een fragment te bekijken. Veel kijkplezier!
Fragment van de monoloog (vlak na het begin):
Zal ik in de hemel niet drinken zoals ik doe,
dan kreeg de Lieve Heer mij er zeker niet naar toe! (Haha!)
Maar het wordt tijd, dat ik op weg ga.
Zelfs met grote stappen ben ik er nog niet bij lange na.
Al ben ik – me dunkt – wel halverwege.
Ik zal spoedig zien waar het Hemelrijk is gelegen.
Och vrienden, is er iemand die iets wil bestellen?
Voor vrouw of familie, dan wil ik dat graag vertellen
aan Sint Petrus of Sint Michiel.
Bij haar dood – had ik nu de ziel
van mijn vrouw, dan zou ik die vreugdevol en zonder bezwaar
naar het Hemelrijk dragen met huid en haar!
Ik wou dat Sint Pieter haar al had opgepakt,
want ze kijft en vloekt zonder enige tact!
Ze verwenst en klaagt maar over haar zorgen.
Ik wou dat ze in het vagevuur was opgeborgen!
Deze klucht werd in 2008 en 2010 door Nico Roelandse als monoloog gebracht.